Het einde van 2019 is in zicht, en ook mijn project loopt inmiddels alweer een jaar. Daarom was er op 28 november een bijeenkomst in Arnhem voor de vrijwilligers en partners die bij het Hanzeproject betrokken zijn. In deze blog post blik ik terug op een aantal mijlpalen en een geslaagde bijeenkomst.

Vrijwilligers
Op 27 januari schreef ik over ‘De rekening van stedelijke contacten’, waarin ik liet zien hoe steden contact met elkaar en andere partijen onderhielden. Als je van meerdere steden informatie hebt over hun uitgaande contacten, dan kun je de stedelijke netwerken in kaart brengen. Hoe meer steden en jaren je aan dat plaatje toevoegt, hoe beter dat plaatje natuurlijk wordt. In mijn eentje krijg ik zo’n gedetailleerd beeld voor twee eeuwen natuurlijk nooit voor elkaar. Zeker niet als ik ook nog een aantal casussen uit wil werken waardoor we beter gaan snappen hoe dat netwerk van Hanzesteden precies functioneerde.
Maar gelukkig krijg ik hulp! In Deventer, Nijmegen en Zutphen zijn vrijwilligers bezig met transcripties van die delen uit de rekeningen die relevant zijn voor mijn onderzoek. Dat zijn vooral de reizen van boden en gezanten. Wanneer die transcripties af zijn, zijn ze voor iedereen te lezen. Wie wil kan er bij de betreffende archiefinstelling naar vragen.

Mijlpalen
Zelfs met een heleboel hulp kunnen we niet álle jaren meenemen in het onderzoek. Dat is ook helemaal niet nodig. Met een goede steekproef krijg je een goed beeld van de ontwikkeling van de stedelijke contacten tussen de vijftiende en zeventiende eeuw. We maken transcripties van jaren eindigend op een 4, en jaren eindigend op een 9. Dat doen we in verschillende fases. Zo vergroten we de kans dat we aan het einde van het project een goed vergelijkbare set gegevens hebben voor een lange periode. Het is dan niet zo erg als we voor één stad minder ver komen dan voor de anderen. Die fasen zien er als volgt uit:

Ik hoop dat we in ieder geval fase 1-3 kunnen voltooien. Voor Deventer, Nijmegen en Zutphen zijn we daarmee hard op weg. In ruim een half jaar tijd zijn daar echt bergen werk verzet. Op 28 november was dit de stand van zaken:

De groene gedeelten in fase 4 t/m 7 roepen vragen op: waarom zijn die soms afgerond vóórdat fase 1 en 2 voltooid zijn? Eigenlijk werken we van fase 1 naar fase 2 en dan verder. Maar soms is iemand erg goed in het lezen van het schrift in een latere periode; dan is het efficiënter om hem/haar daaraan te laten werken. Ook werken mensen in verschillende groepjes. Terwijl het ene groepje/de ene persoon nog werkt aan een rekening in fase 1, pakt het volgende groepje of de volgende persoon de volgende rekening op. Ook zitten er een paar transcripties tussen die al af waren voordat het Hanzeproject begon.
Goed voornemen voor 2020: ik hoop dat ik het komende jaar mensen vind die mee willen helpen met de rekeningen van Arnhem, Elburg, Harderwijk, Venlo en Wesel.
Vrijwilligers- en partnerbijeenkomst
Veel partijen dragen een financieel steentje bij aan het Hanzeproject. De jaarlijkse bijeenkomst biedt de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten, en te horen hoe het Hanzeproject loopt. Dit jaar waren we te gast bij één van die partners, namelijk in het stadhuis van Arnhem.
In de ochtend bespraken de vrijwilligers, archivarissen, mijn promotor Dolly Verhoeven en ik het transcriptieproject. Daarna kregen we een rondleiding door de historische kelders van Arnhem van Wim Schennink en archeoloog Martijn Defilet. Die kelders werden al in de middeleeuwen gebruikt om handelswaren op te slaan.
Na de lunch sloten de partners bij ons aan. Dolly heette iedereen welkom. Daarna gaf ik een overzicht van het afgelopen jaar en de plannen voor het komende jaar. Wie mijn blog volgt, is daarover al uitstekend op de hoogte.
Hanno Brand liet daarna zien hoe het toeristische verhaal en wetenschappelijk onderzoek nog beter op elkaar kunnen aansluiten. Ook vertelde hij waarom de Hanze beter als ‘netwerk’ dan als ‘verbond’ beschreven kan worden.
Christiaan van Bochove vertelde over het promotie-onderzoek dat hij tot 2008 uitgevoerd heeft. Dat ging over economische contacten in Noord-Europa in de zeventiende eeuw. Hij liet zien hoe het economische succes van zeventiende-eeuws Holland dreef op de toestroom van migranten en goederen uit omliggende regio’s.
Tot slot liet Juriaan van Waalwijk zien hoe historisch onderzoek en toeristische verhalenvertellers elkaar al steeds beter weten te vinden. Juriaan werkt bij Breda University of Applied Sciences als specialist ‘customer experiences’. In opdracht van Hanzesteden Marketing kijkt hij hoe het verhaal van de Hanze in een toeristische context verteld kan worden.
De dag werd afgesloten met een borrel. Ik kijk uit naar het nieuwe jaar en wens iedereen een goede jaarwisseling!