Sinds 12 december 2022 staan er scans van de stadsrekeningen van Harderwijk online. Ze zijn nu dus thuis vanaf de bank te raadplegen. Dat kan via archieven.nl of de website van Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe (Toegang 5001, Stadsbestuur Harderwijk (1190) 1231 – 1813). De rekeningen zijn niet makkelijk om te lezen. Vanuit het Hanzeproject leveren we daarom op termijn enkele transcripties die je naast de scan kunt lezen. We komen al leuke dingen tegen!


Waarom transcriberen we de Harderwijker stadsrekeningen?
Voor mijn project zijn de stadsrekeningen van Harderwijk belangrijk om inzicht te krijgen in de rol die deze stad speelde in de verspreiding van informatie over de Hanze. Het stadsbestuur en de kooplieden van Harderwijk waren al vroeg bij de Hanze betrokken. Anders dan veel andere steden in deze omgeving heeft Harderwijk in de vijftiende eeuw dan ook niet om formele erkenning als Hanzestad te vragen. Wel lijkt communicatie over de Hanze in de loop van de vijftiende en zestiende eeuw vaker via Arnhem te verlopen, waar Harderwijk in de veertiende eeuw juist rechtstreeks door andere steden gecontacteerd werd. Of te zeker te weten of die indruk klopt, en om te weten met wie het stadsbestuur van Harderwijk zelf contact opnam, wil ik de Harderwijker stadsrekeningen bestuderen. De mensen die de rekeningen transcriberen wonen niet allemaal in Harderwijk, dus goede scans zijn onmisbaar voor het project.

De overlevering
De oudste bewaarde Harderwijkse rekening dateert van 1503/1504. Dat is best laat, aangezien Harderwijk al sinds 1231 stadsrechten had. Aanvankelijk werd aangenomen dat de vijftiende-eeuwse rekeningen waarschijnlijk bij de stadsbrand van 1503 verloren waren gegaan, maar recent hebben Jeroen Benders en Rudolf Bosch geopperd dat een centrale stedelijke boekhouding mogelijk pas in het begin van de zestiende eeuw in Harderwijk ontstaan is, juist naar aanleiding van die stadsbrand. (zie hiervoor het artikel van Rudolf Bosch in Bijdragen en Mededelingen Gelre 2018, noot 10). Vóór die tijd waren er wel stadsbestuurders verantwoordelijk voor het geld van de stad, maar werden de inkomsten en uitgaven mogelijk niet in een centrale boekhouding genoteerd.
Anders dan in veel andere steden lijken de bewaarde rekeningen ook geen net-exemplaren die overgeschreven werden van de ‘klad-exemplaren’ waar alle informatie gedurende het boekjaar ingeschreven werd. In de Harderwijker rekeningen zitten bijvoorbeeld veel lege plekken die ruimte overlaten voor aanvullingen die mogelijk zouden kunnen komen.

Leuke vondsten

Bron: Gelders Archief, Toegang 1551, inv.nr. 899.
Er kwamen tijdens het transcriberen al leuke dingen bovendrijven. Zo schonk de stad Harderwijk in 1518 een ‘levendige zeehond’ aan hun landsheer Karel van Egmond, hertog van Gelre (zie de rekening in inv.nr. 202, fol. 97). In dat jaar trouwde de hertog met Elisabeth van Brunswyck-Lüneburg. Heel wat posten in de rekening van dat jaar laten Harderwijkse kosten zien voor die bruiloft. Het valt te betwijfelen of die zeehond lang levendig bleef: vermoedelijk werd hij uiteindelijk opgegeten.
Ook werd er in 1518 vergaderd in het kader van de Hanze. Zo gingen eind mei 1518 vanuit Harderwijk meester Ruederick en Aernt van Brenen met een dienaar naar Emmerik (zie de rekening in inv. nr. 202, fol. 101). De rekening laat zien dat ze op de terugweg Arnhem aandeden. Het vergaderverslag van deze vergadering laat zien dat de aanwezigen onder andere spraken over tollen in gebieden van Karel V en over het kontor van de Hanze te Brugge.
In onderlinge correspondentie wordt door veel steden uit deze omgeving besloten om de algemene Hanzedag in Lübeck niet te bezoeken, omdat er geen vertrouwen was dat er besluiten in hun voordeel genomen zouden worden. Dat was natuurlijk niet wat er in de officiële afmelding gezegd werd: daarin werd gewezen op dreigend gevaar en het ontbreken van geleidebrieven. Wel stuurden deze steden hun zienswijze op de agenda op naar de vergaderaars in Lübeck. In Lübeck waren ze daar helemaal niet over te spreken. Er werd gemopperd op die ‘altijd dwarsliggende Zuiderzeesteden’ en ze eisten (nogmaals) een verontschuldiging voor het wegblijven van de vergadering. Ook de Harderwijkse rekeningen laten zien dat er in deze periode in de Zuiderzee-regio veelvuldig overlegd werd over Hanzezaken, maar dat de Hanzesteden uit deze regio zich in het begin van de zestiende eeuw afzijdig hielden van het bovenregionale overleg dat vooral in Lübeck plaatsvond.
Voor mijn onderzoek kijk ik met name naar communicatie over de Hanze tussen stadsbestuurders, maar de rekeningen zijn ook voor allerlei andere onderwerpen te gebruiken. Bijvoorbeeld als je meer te weten wilt komen over de Harderwijker schippers: die worden met naam genoemd wanneer ze belastingen betaalden aan het stadsbestuur. Wie gaat de uitdaging aan?

Verwijzingen
Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Toegang 5001, Stadsbestuur Harderwijk (1190) 1231-1830, inv. nrs. 193 t/m 458 (jaren 1503/1504 t/m 1793/1794).
Rudolf A.A. Bosch, ‘De laatmiddeleeuwse vishandel in Harderwijk. Een analyse op basis van een vijftiende-eeuws rentenregister’, Bijdragen en Mededelingen Gelre 109 (2018) p. 13-45.
Hanserecesse 3.7, nrs. 79, 80, 87, 89, 90, 108.